|
Dassenpopulatie heeft zwaar te leiden door verkeersslachtoffers. Er worden in Nederland veel dassen aangereden, zowel op snelwegen als op kleine landweggetjes. In het overvolle Nederland moeten dassen vaak wegen oversteken om van hun burcht bij hun voedselgebieden te komen en dan gaat het nogal eens mis. Gemiddeld worden er per etmaal in Nederland 2 dassen doodgereden. Op dit moment doodt het verkeer jaarlijks 15 à 20% van de dassenpopulatie.
Wanneer een das wordt doodgereden heeft dat ook grote gevolgen voor de achtergebleven dieren. Een dassenpopulatie bestaat uit relatief kleine aantallen. Op de gemiddelde dassenburcht wonen maar een paar dassen. Elke das die sneuvelt heeft een grote impact op de sociale structuur van die groep. Als een vruchtbaar vrouwtje sneuvelt kan het jaren duren voordat er weer jongen geboren worden op die burcht. Wanneer een zogend vrouwtje wordt doodgereden blijven de jongen diep onder de grond onverzorgd achter.
Eerste hulp aan verkeersslachtoffersEr zijn veel verschillende situaties denkbaar, waarbij je met een hulpbehoevende das geconfronteerd kunt worden. Het meest waarschijnlijk is een das als verkeersslachtoffer. Er worden in Nederland namelijk jaarlijks naar schatting een kleine 1000 dassen doodgereden. Dassen begrijpen weinig van het verkeer en kunnen overal onverwachts oversteken. Behalve rustig rijden kun je daar als chauffeur weinig aan doen. Het kan ook jou overkomen.
|
Wees voorzichtig met een gewonde das. Een das is niet gevaarlijk, valt u niet aan, maar bijt wel stevig van zich af bij ongewenste intimiteiten. Bij hulp aan verkeersslachtoffers of verzwakte dassen zijn een aantal zaken van belang:
| | Bij eerste hulp aan dassen is voorzichtigheid geboden.
| | | Let op je eigen veiligheid; stoppen langs de weg is vaak gevaarlijk, langs de snelweg zeer gevaarlijk en bovendien verboden.
| | | Stel vast of het dier nog leeft.
| | | Raak het dier zelf niet aan, gebruik bijvoorbeeld een stok om hem aan te raken, om te zien of de das nog reageert.
| | | De das kan in coma zijn; hij reageert dan niet op prikkels van buiten af, maar ademt nog wel.
| | | Wanneer de das nog leeft, dek hem dan bij voorkeur af met bijvoorbeeld een deken; in het donker is de hele situatie minder bedreigend voor het dier.
| | | Neem contact op met een dierenambulance, een jachtopzichter of de politie, om hulp ter plaatse te organiseren.
| | | Verzwakte dassen of licht gewonde dieren zullen zich altijd proberen te verstoppen.
| | | Wanneer je een das vindt en vermoedt dat het dier verzwakt is, laat het dan verder met rust en schakel deskundige hulp in.
| | | Blijf bij voorkeur (op voldoende afstand) bij het dier om het overige verkeer te waarschuwen (bijvoorbeeld met de alarmlichten van uw auto), de hulpdiensten af te kunnen bellen als het dier alsnog bezwijkt of op te letten of de das in de tussentijd bijkomt en mogelijk wegrent.
| | | Laat in afwachting van de komst van hulp de das met rust, om onnodige stress voor het dier te vermijden.
| | | Noteer de plek van de aanrijding zo nauwkeurig mogelijk (let op hectometerpaaltjes of huisnummers of gebruik de coördinaten van een GPS) en geef die door aan Das&Boom.
|
|
| |
|
Eerste hulp voor verzwakte jonge dassenJonge dassen worden meestal geboren in februari en leven de eerste maanden in de kraamburcht bij de moederdas. Vanaf medio april gaan jonge dassen voorzichtig naar buiten. Wanneer de moeder dan niet meer thuiskomt, gaan de jongen na een paar dagen zelf op pad, gedreven door honger en dorst. Als ze niet door mensen gevonden worden zijn ze ten dode opgeschreven. Wanneer ze wel gevonden worden zijn ze meestal in een zeer slechte conditie, onderkoeld, uitgedroogd en zitten ze onder de parasieten.
| | Een onderkoelde das is een echt spoedgeval. Zo'n dasje moet zo snel mogelijk warmte en in tweede instantie vocht toegediend krijgen. Een dierenarts zal vaak noodzakelijk zijn.
| | | Neem contact op met een dierenambulance of dierenarts om snel hulp te kunnen bieden.
| | | In afwachting van professionele hulp, kunt u zelf proberen het diertje op temperatuur te brengen. Gebruik daarvoor een warmwaterzak of een fles, gewikkeld in een handdoek.
| | | Voorkom dat de das te warm wordt, zeker als hij niet in staat is zelf naar een minder warm hoekje in zijn kooi te kruipen.
| | | Zolang een das niet op temperatuur is of buiten bewustzijn, geen vocht toedienen.
|
|
Laat jonge dassen in principe met rust. Wanneer je overdag een jonge das aantreft, die zich normaal lijkt te gedragen, laat hem dan met rust. Er is een goede kans dat zo'n diertje op eigen gelegenheid zijn kraamburcht weet terug te vinden. Niet elke overdag aangetroffen jonge das is hulpbehoevend. Een jonge das heeft veel meer overlevingskansen in de vrije natuur bij zijn soortgenoten dan in een opvangsituatie bij mensen. Opvangen is de laatste optie, wanneer vrijwel zeker is dat het dasje het niet op eigen gelegenheid gaat redden. Grijp niet in bij dit soort natuurlijke processen zonder overleg met deskundigen. Je kunt Das&Boom bellen om te helpen inschatten of een jonge das wel dan niet opgevangen moet worden.
|
| |
|