|
Das&Boom heeft circa 30 jaar ervaring opgebouwd met alle facetten van de opvang van dassen in het kader van een herintroductieproject. Daarom heeft Das&Boom na het succesvol beëindigen van die herintroductie besloten haar kennis en faciliteiten in te blijven zetten voor individuele hulpbehoevende dassen. Das&Boom richt zich dus bij het opvangen van inheemse dieren uitsluitend op dassen, omdat alle kennis, ervaring en faciliteiten van de organisatie daarop zijn toegespitst.
BeleidDe afdeling Opvang van de Stichting Das&Boom heeft tot doel hulpbehoevende dassen, die door ziekte, verwonding of verwezing, door direct of indirect menselijk handelen of nalaten tijdelijk niet zelfstandig in de vrije natuur kunnen overleven, tijdelijk op te vangen, te verzorgen en te revalideren. De opvang bij Das&Boom is gericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer van de dieren naar de natuur, waarbij zoveel mogelijk wordt voorkomen dat dieren onnodige stress ervaren of letsel oplopen. De opvang is zodanig dat een dier zoveel mogelijk zijn soorteigen gedrag kan blijven vertonen na terugkeer naar de natuur.
Das&Boom tracht alleen gewonde dassen te revalideren als ze een reële kans hebben om voor 100% te kunnen herstellen. Wanneer door de beheerder samen met de behandelend dierenarts wordt ingeschat dat een gewond dier binnen een redelijke termijn kan herstellen, krijgt de das die kans bij Das&Boom. Een redelijke termijn is meestal een paar weken. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling de lijdensweg van een verkeersslachtoffer te verlengen. Zodra blijkt, dat de revalidatie tegenvalt, wordt weer samen met de dierenarts overlegd en indien nodig besloten het dier in te laten slapen.
OrganisatieDas&Boom heeft een ontheffing van de provincie Gelderland en de meeste andere provincies voor het opvangen en uitzetten van hulpbehoevende dassen. Das&Boom werkt met een uitgebreid protocol, waarin alle facetten van de opvang omschreven zijn. Beschreven is het opvangbeleid, de huisvesting en verzorging van de dassen, voeding, hygiëne, besmettelijke ziektes (zoönosen), veterinaire zorg, uitzetbeleid, euthanasiebeleid, vrijwilligersbeleid, veiligheid van de medewerkers enz.
Waarom dassen opvangen?Het opvangen van in het wild levende dieren staat al enige tijd ter discussie; "Moet elk verzwakt wild dier naar een opvangcentrum of zou je juist de natuur zijn gang moeten laten gaan?" Zoals vaak ligt de 'waarheid' in het midden.
Er is een grote maatschappelijke consensus over hulp aan dassen, vooral daar, waar de relatie tussen menselijk handelen en de hulpbehoevendheid van de das voor iedereen duidelijk is (met name verkeersslachtoffers). Das&Boom heeft veel ervaring met het revalideren van hulpbehoevende dassen en het succesvol terugplaatsen in de natuur. In de periode van de herintroductieperiode van dassen bleek circa 75% van de uitgezette dassen succesvol te integreren in de bestaande dassenpopulatie.
|
Gewonde en verzwakte dassenGewonde dassen zijn meestal verkeerslachtoffers. Verwondingen kunnen ook door loslopende honden worden veroorzaakt of door andere dassen. In het laatste geval gaat het dan vaak om oude mannetjes, die door jonge dassen verjaagd worden. Deze worden dan het territorium uitgejaagd, waarbij zo'n das vaak behoorlijk beetwonden kan oplopen, vaak achter rond de staart. Deze dassen kunnen buiten hun territorium moeilijker aan voedsel komen, verzwakken steeds verder en bezwijken uiteindelijk vaak aan hun verwondingen.
Wanneer een das wordt aangereden, overleeft hij dat meestal niet. Wanneer dat wel het geval is, wordt zo'n das vaak naar een dierenarts gebracht. Daar wordt de afweging gemaakt, of de das van de opgelopen verwondingen kan herstellen. Bij deze afweging wordt rekening gehouden met het feit, dat het gaat om een wild dier, dat alleen volledig hersteld een goede kans maakt zich weer in de natuur te kunnen redden. Gewonde dassen, die een reële kans maken op volledig herstel, worden door Das&Boom opgevangen.
Jonge dassenJonge dassen komen binnen bij Das&Boom, wanneer ze moederloos worden aangetroffen en duidelijk is dat ze niet meer verzorgd worden. Meestal is de moeder gesneuveld als verkeersslachtoffer. Vaak zijn deze dasjes sterk vermagerd, onderkoeld uitgedroogd en zitten ze onder de parasieten. Allereerst worden de dasjes weer op temperatuur gebracht, daarna is het toedienen van vocht van levensbelang. Vaak moeten deze dasjes eerst een paar weken gezoogd worden. We proberen de dasjes zo snel mogelijk zelf te laten drinken. Daarna wordt de speciale melk geleidelijk aan gemengd met geweekte puppybrokken. In de eerste periode zitten de jonge dassen in een royaal opvangkrat. Dat geeft ze voldoende levensruimte en is makkelijk elke dag grondig schoon te maken.
Wanneer er andere jonge dassen binnenkomen, worden ze na een intensive-care periode bij elkaar geplaatst. Dassen zijn erg sociale dieren, gezelschap van andere dassen is voor hen van levensbelang. Ze kunnen dan alles samen doen en zodoende een gezonde sociale band ontwikkelen met hun soortgenoten. Wanneer dasjes alleen in de opvang zitten, probeert Das&Boom deze te verenigen met andere alleen zittende jonge dassen in opvangcentra in Nederland of België. Wanneer de dasjes groot genoeg zijn en goed zelfstandig eten, gaan ze naar een grotere ruimte bij Das&Boom. Daar krijgen de dasjes allerlei materiaal uit het bos aangeboden; dagelijks vers vermolmd hout om te kluiven en een bak met bosgrond met insecten en spannende geuren uit het bos.
Rond augustus of september wordt het tijd voor de dasjes om hun natuurlijk biotoop te gaan verkennen. Dat gebeurt in een tijdelijke uitwenren. Zo'n ren ligt in een afgelegen geschikt biotoop binnen het het verspreidingsgebied van andere dassen. Zo'n uitwenren is ongeveer 50 x 50 meter, met daarin een kunstburcht of een oude verlaten dassenburcht op voldoende afstand van bewoonde burchten. Bij het zoeken naar zo'n locatie wordt is deskundig vooronderzoek noodzakelijk. Daarom wordt altijd samengewerkt met de regionale dassenwerkgroep, om zekerheid te kunnen krijgen over de aanwezigheid van geschikte uitzetlocaties.
De omheining bestaat tegenwoordig twee barrières, een elektrisch kleinwildraster een een extra beveiliging met 3 lijnen schrikdraad. Ze krijgen dagelijks voer aangeboden, omdat de uitwenren onvoldoende natuurlijk voedsel bevat.
Na een paar weken zijn ze helemaal gewend aan hun plek en wordt het tijd om de omgeving te gaan verkennen. Daarvoor worden er een paar openingen in het raster aangebracht.
Daarna gaan de dassen steeds verder van huis. Het bijvoeren wordt langzaam verminderd, terwijl de dassen in hun omgeving hun natuurlijke voedselbronnen kunnen gaan ontdekken en contact kunnen maken met andere dassen.
|
| |
|